Vorige week zondag ben ik naar Schermerhorn geweest. Nog net voor mijn vakantie een impressie voor liefhebbers. Ongeveer 180 foto's waren de oogst. Veel ervan zijn best aardig. Het is niet eenvoudig om ermee een verhaal samen te stellen, omdat het moment, dat de eerste deelnemers in het waterspringen niet goed te fotograferen is. Er waren vier groepen. Dames + veteranen, senioren en tweemaal groepen van vier heren plus een dame met de taak de dame schoon over de eindstreep te krijgen. In het eerste jaar is een vrouw in bruidskleding even schoon als bij de start weer over de eindstreep gekomen. Daar is nu een beetje de klad ingekomen. De meeste dames waren na afloop minstens zo onherkenbaar als de heren.
De verplichting in lang gekleed aan de start te verschijnen maakt de marathon in Schermerhorn aanmerkelijk leuker, dan veel andere, waar je deelnemers in normale kleding met een lantarentje moet zoeken. Het baarde ook nauwelijks opzien, toen ik mijn rugnummer gewoon over mijn trui vastmaakte, waarmee ik gekomen was. Eerst moet je tot tweemaal toe een brede en diep vaart over. Iets anders dan gewoon zwemmen zit er niet op. Je komt nog herkenbaar aan de kant. Maar dat duurt niet lang. Een brede sloot moet vijf keer overgestoken worden met minstens een meter diep modder erin. De beste techniek blijkt een duik languit in de sloot. Anders moet je je wadend naar de overkant worstelen. Maar de modder zit dan wel tot in je oren.
Elke ronde moet je minstens door twintig sloten. Soms is het uit de sloot
klauteren een vrijwel onmogelijke opgave. Sommige sloten zijn aldra veranderd in
een grote smeuïge massa modder. Zelf heb ik er na één ronde de brui aangegeven.
Anderen zagen kans de drie complete ronden inderdaad te volbrengen. Ook als
toeschouwer ben je niet veilig. Wanneer je te dicht bij de kant gaat staan,
krijg je steeds een regen van modderspatten over je heen. Ook kan het gebeuren,
dat je staand bij de rand van de modderigste sloot opeens een duw krijgt van een
medetoeschouwer. Dit moest mij overkomen, terwijl ik alweer mijn schone kleren
voor de terugreis had aangetrokken. Het is een bijzondere ervaring als de modder
jouw en je nette kleren met een film van modder overdekt. Maar ik wist de
snoodaard met mij mee te nemen.
In Schermerhorn was het weer matig. Zelfs als het vrijwel droog was, stoof een mist van kleine druppeltjes door de lucht. De hele dag was het zodoende fotograferen met de rug naar de wind en onder een paraplu. Ik heb een groot aantal foto's geschoten (5 rolletjes). De meeste vooral leuk voor Marcel. Sommige ook voor mij. Enerzijds was het een ideale locatie om foto's te schieten. Ze hebben een centraal terrein omringd door sloten, waar maximaal gebruik van werd gemaakt. Soms moest je over een afstand van vijftig meter drie keer over dezelfde sloot. Je kon alles schitterend fotograferen. Nooit eerder ergens zo'n mooie locatie gezien. De jongen in blauw overhemd deed dit jaar zijn ontgroening.
De inschrijving schijnt te lopen vanaf acht weken voor de marathon. In principe
kan je later niet meer inschrijven. In de praktijk blijkt dat ontzettend mee te
vallen. In feite had ik in elke groep nog mee kunnen doen. Ze begonnen met de
veteranen(+35) en de vrouwen. Daarna de senioren. Tot slot twee manches met
groepen van vier jongens en een meisje, dat schoon moest blijven met behulp van
een bootje. Toen ik nog wilde inschrijven keken ze wat moeizaam bij de senioren.
Maar toen bleek dat ik liever bij de veteranen wilde meedoen, was er geen centje
pijn. Ik kon een half uur later al starten en zodoende alle fotogenieke groepen
na afloop van mijn enkele rondje toch nog meenemen. Belangrijk is de glimlach op
het gelaat en bijbehorend grapje. Ton is wat minder handig met zichzelf de
modder inpraten en is een keer geweigerd...
Het was niet helemaal duidelijk hoeveel rondjes we moesten lopen. Er waren
veteranen, die het eerste rondje in de ongelooflijk tijd van 9 minuten deden. Ik
heb het na een rondje voor gezien gehouden. Mijn oren begonnen helemaal pijn te
doen van de snijdende wind en ik wil morgen weer naar mijn werk. Voor de modder
maakt het aantal rondjes niet veel uit. Al na enkele sloten is er geen plaats
meer voor extra modder in je kleren. Je begint met een brede vaart helemaal
gevuld met waterplanten en een grote balk, waar je overheen moet klimmen. Dat
werd dus al direct zwemmen zonder echt vooruit te komen. Tien meter verderop,
maar dan zonder balk moet je weer terug. Ik begrijp niet hoe sommige mensen kans
zagen hun schouders droog te houden. Hieronder een foto van de jongen in het
blauwe overhemd bij de derde sloot.
Daarna komt de eerste moddersloot. In het zicht van de toeschouwers moet je deze sloot bij elkaar vijf keer over. Wij waren de eerste, maar lopend naar de overkant was het nu al een worsteling door een meter dikke laag modder en daar bovenop een mengsel van waterplanten, modder en een klein beetje water. Een dunne film van modder ligt over je kleren na de eerste oversteek. Het idee om zover mogelijk te springen is dan zo gek nog niet. Want dan hoef je niet zo'n verschrikkelijk eind door de modder te worstelen. Het effect van een sprong is wel, dat de modder uit je haren druipt en dat ik dus niets meer zou zien door mijn bril.
Later heb ik de sprong techniek uitvoerig bestudeerd tijdens het fotograferen.
Zelf heb ik geprobeerd mijn bril zoveel mogelijk schoon te houden. De volgende
keer zet ik denk ik mijn bril maar af en laat de modder komen en gaan waar deze
wil. Daarna moet je een ontzaglijk eind door de weilanden onderbroken door zo nu
en dan een sloot. Aan het einde is er een serie sloten met de ergste modder en
de steilste kanten. Je moet je werkelijk aan het gras omhoog trekken. Een rondje
Schermerhorn was zodoende meer modder en inspanning, dan elk andere prutmarathon.
Het voordeel van stoppen na een rondje is, dat je de eerste bent bij de
brandweer en de douches. Aan het einde van de middag lag er bijvoorbeeld in de
kleedkamers een dikke laag modder en was het aantrekken van schone kleren
bepaald geen sinecure. Ruim voor de start van de senioren was ik weer schoon en
warm. Ik heb nog een aantal deelnemers droog weten te fotograferen. Bij elkaar
waren er een dertigtal deelnemers in spijkerbroek. Veel waren in een of andere
vorm van een strakke trainingsbroek. Wanneer je daar van houdt is dat prachtig.
De broek en de prachtig glimmende modder trekt prachtig strak tegen het lichaam.
Korte broek leidt tot meedoen buiten mededinging. Deze waren bijgevolg bijzonder
zeldzaam.
Het bleek niet goed mogelijk bij de brede sloot de overkant te bereiken om foto's te nemen van de
aanstormende massa deelnemers. Het laten aanrukken van de meegenomen kano snijdt
je af van het hoofdveld met zijn talrijke goede cameraposities. Het moment van
nat worden was zodoende door de massaliteit en de ongunstige camerapositie niet
goed in beeld te brengen. Bij de terugkeer over de brede sloot heb je wel een
prachtig beeld van compleet doorweekte mensen, waarvan de kleur van de kleren
nog goed te herkennen valt. Daarna wordt iedereen snel onherkenbaar. Later heb
ik mij bij de start beperkt tot video en pas gefotografeerd bij de tweede en
derde ronde. Ik heb ook wel eens geprobeerd staand vanuit het water van de brede
sloot tot spannende beelden te komen. Je bent dan wel na afloop tot je middel
nat...
Bij de tweede ronde heb je de beste kans om goede foto's te schieten. Je kunt dan rustig de deelnemers uitkiezen, die je op de foto wilt gaan nemen. Je kunt ze nemen, terwijl ze een aanloop nemen voor de sprong en uitvoerig, wanneer ze zich moeizaam aan de kant worstelen. Je kunt zo dichtbij komen als je wilt. Voorts heb je in noodgevallen vijf kansen om een mislukte foto over te doen. Dit maal was er slechts een echt geschikte positie, waar je met de rug naar de regen aardige foto's kon nemen. Het resultaat valt niet tegen...
Verscheidene modderliefhebbers zonder internet heb ik inmiddels leren kennen.
Ruud was ziek geworden en spoorslags naar huis gereisd. Maar verscheidene andere
liefhebbers waren de hele dag in touw. Sommige alleen kijkers. Anderen hielpen
bij de modderigste sloot de deelnemers aan de kant te komen. Geen erg geschikte
locatie om te gaan staan. Vooral bij deelnemers met de sprongduik techniek spat
de modder werkelijk in het rond. Een beste aardige jongen in gebroken witte
broek had positie gekozen ter zijde, maar begon desondanks behoorlijk onder de
modderspatten te geraken. Eerder had ik hem kenbaar gemaakt, dat ik nog een
extra stel reserve kleren bij mij had en het eigenlijk helemaal niet betreuren
zou als ik door hem of anderen in deze compleet met dunne modder afgevulde sloot
geduwd zou worden. Maar dan wel liefst na de laatste start en het beëindigen van
het fotograferen.
Om kwart over drie waren de laatste deelnemers begonnen aan hun verre tocht door de weilanden en ging ik in mijn prachtige schone kleren de jongen in witte broek gezelschap houden. Opmerkelijk genoeg was hij nog enigszins schoon. Hij had zich dan ook iets terzijde van de vuurlinie opgesteld. Toen ik in het midden van de baan ging staan, kreeg ik keer op keer de volle laag van spattende deelnemers. Mijn licht blauwe spijkerbroek was aldra helemaal bedorven. Opeens kwam de jongen in actie en probeerde mij ruggelings de moddersloot in te duwen. Natuurlijk probeerde ik om hem mee te nemen. Gek genoeg was hij nog niet zover. Toen ik mijn pogingen staakte om samen met hem de slot in te gaan verloor ik mijn evenwicht en kwam ik languit op de met een dikke modderlaag bedekte grond terecht. Op slag was mijn nog volkomen schone zitvlak met een dikke laag modder overdekt. Verder viel de schade mee.
Een volgende onverhoedse poging mij ruggelings in de sloot te duwen, slaagde wel. Maar hij werd wel meegetrokken en zijn witte broek zat tot aan het kruis onder de modder. Zelf ging ik complet kopje onder. Mijn licht blauwe broek was nu definitief met een halve cm dikke film van modder overdekt. Mijn gezicht, mond en bril zaten onder de modder. Maar mijn regenjas had de rest van mijn kleding gelukkig nog een beetje schoon weten te houden. Daarna trok de jongen zijn jack uit en nam een aanloop om wat te buikschuiven. Ook zijn hagelwitte hemd werd al wat minder wit. Zelf had ik bij de inspectie van mijn bovenkleding mijn jas verder open laten hangen. Het voorspelbare gevolg was een tweede onverhoedse aanval, waarbij wij beiden compleet kopje ondergingen en geen schone draad meer aan het lijf overhielden.