Tijdens zo'n lang weekend is er eigenlijk niets te doen. Vrijdag en zaterdag was ik al een keertje volledig gekleed in het water gesprongen. Dus zondag kon ik dus nog wel een keertje en met weer totaal andere kleren het water in. Al meer dan dertig jaar heb ik een leren jas. Onverwoestbaar. Dus een mooie gelegenheid om er weer eens mee in het water te springen.

Ik was zondag in spijkerbroek, T-shirt, trui, overhemd, spijkerjack, slipje, sokken, gymschoenen en leren jas. Dus nog een beetje beter gekleed dan de andere keren. Het is altijd eventjes puzzelen hoe te water te geraken. Alles is nog droog. Straks is er geen draad meer droog. Het moment van nat naar droog is het belangrijkste. Een kwestie van slipje nat maken zonder de rest uit te trekken. I.p.v. springen ditmaal het trapje afgedaald. Omdat het niet diep genoeg is weer omhoog geklommen en toch maar gesprongen. Alles was van het ene ogenblik op het andere compleet doorweekt...

Eerst achterwaarts het trappetje af. Het water komt tot halverwege mijn dijen. Je kunt langzaam door de knieën gaan en de broek langzaam nat maken. Ik kom tot de conclusie, dat springen toch een betere manier is om alles nat te maken en klim weer naar boven. Shot voor shot zie je me onder water verdwijnen. Eerst zwevend, dan nat tot aan de knieën, daarna spat het water omhoog en verdwijn ik tot aan mijn nek in het water. Je kunt goed zien, dat na afloop het blauwe T-shirt compleet doorweekt is...

Druipend de kant opgeklommen. Op de zitting van mijn stoel ligt een zeiltje. Rijdend naar huis zit ik in enkele centimeters diep water. Een kwestie van voorzichtig in- en uitstappen...