Aan het einde van de dag ben ik twee jaar achter elkaar met al mijn kleren in dezelfde sloot gesprongen. De eerste maal maakte Ton de foto's. De andere keer Eugenie. De foto's hier zijn afkomstig van het tweede jaar. Je ziet me nog helemaal schoon staan op de kant. Ik draag spijkerpak, trui, overhemd, rood T-shirt, slipje, sokken en schoenen. Ik doe een serieuze poging om over de sloot te springen. Hij is erg breed. De sprong is feitelijk kansloos. Als hij misloopt, dan zit je op slag van top tot teen onder de modder. De sloot is meer dan anderhalve meter diep. Het zijn de kleren, waarmee ik even later naar huis moet rijden. 

Inderdaad is de sprong, zoals zich vooraf liet aanzien, onhaalbaar. Compleet overdekt met modder klim ik weer aan de kant. Op onderstaande foto's van een heel andere gelegenheid loop ik naar de overkant. Je ziet me eerst aan de overkant te water gaan. Het water is behoorlijk diep. Maar je kunt de bovenkleding enigszins schoon houden. Mijn broek verdwijnt geheel in de modder. Eerst tot de knieën; daarna tot de dijen en tenslotte tot aan de riem onder de modder.

Op de laatste foto sta ik van top tot teen overdekt met modder op de kant. Op een paar eerdere foto's is te zien, dat aan de overkant gekomen ik mij achterover laat vallen en ook het bovenlichaam met modder overdek.

Hieronder twee foto's van een andere oversteek. Links probeer ik de sloot over te steken. Rechts biedt ik een hand aan een andere modderliefhebber. Hij ligt in de sloot, omdat hij mij eerder een hand had aangeboden om uit de sloot te klimmen. Het is niet duidelijk of het de bedoeling was. Maar ik heb zijn hand stevig vastgegrepen en hem pardoes in de sloot getrokken. Hij was daarna minstens zo vies als ik zelf was.

Op de laatste foto laat ik mijn kleren zien, nadat ik door een sloot ben gelopen. Ik draag een spijkerbroek, vest, trui, overhemd, T-shirt, slipje, sokken en schoenen. Van top tot teen zit ik onder de modder. Het is een van betere foto's van Ton, die van mij zijn gemaakt in Schermerhorn.